Wat is een netbeheerder? Er bestaat een wat vreemde gewoonte in Nederland, we geven zaken en personen het liefst heel onschuldige namen. We gebruiken niet graag sterke taal. Dus nemen we het woord ‘elektriciteitsmaatschappij’. Dat woord is natuurlijk veel te lang en veel te onduidelijk. Een elektriciteitsmaatschappij doet eigenlijk twee dingen. Elektriciteit produceren en diezelfde elektriciteit verdelen over het netwerk.
Wat is het probleem met ‘netbeheerders’?
En hier zit het probleem, tegenwoordig zijn de klassieke elektriciteitsmaatschappij eigenlijk verdelers van elektriciteit geworden. Daarvoor moeten ze het netwerk opbouwen en vooral onderhouden, het zijn dus echt netbeheerders geworden. De maatschappijen die de elektriciteit produceren hebben zich meestal los gemaakt van de netbeheerders, die op stedelijk of provinciaal gebied opereren, de zogenaamde Regionale NetBeheerder(RNB). Datzelfde gaat op voor de netbeheerders voor de gasvoorziening in Nederland.
Wettelijk regeling netbeheerders
Energiebedrijven in Nederland werden in het kader van de Wet Onafhankelijk Netbeheer verplicht om voor 2011 de werkzaamheden op te splitsen in productie en verdeling. Dat is niet zo vreemd, want het zijn duidelijk twee verschillende processen, productie van gas of elektriciteit en de logistiek van de distributie. Het transport van grote hoeveelheden elektriciteit over grote afstanden vindt plaats via her hoogspanning netwerk. Dat wordt gedaan omdat dan het verlies aan energie tijdens het transport veel minder is terwijl de capaciteit juist hoger is. Daarna nemen de netbeheerders de stroom over. Maar voordat die het kunnen gebruiken, en uiteindelijk natuurlijk verkopen, moet de hoge spanning eerst omlaag gebracht worden naar de Nederlandse netspanning. De netspanning was in de eerste jaren van de 20e eeuw een omstreden onderwerp, Thomas Edison, die eigenlijk een lichtnet op gelijkstroom wilde, en Nikola Tesla, die onder andere interessante zaken de wisselstroom uitvond konden het niet eens worden.
Netbeheerders in Nederland
Om de kabels van het netwerk niet te dik te laten worden is een lage spanning beter. Maar om effectief energie te kunnen leveren voor de productie van licht is een hogere spanning beter. Tesla heeft ingeschat dat 220 volt het beste alternatief opleverde, en in Nederland hebben we daarom een netspanning van 220 volt. De frequentie wordt bepaald door de dynamo. De frequentie voor Nederland en Europa is 50 Hz. Maar tot in de jaren 60 van de vorige eeuw kwam ook in Nederland meer variatie voor, zowel 220 volt als 127 volt. Het was dus zaak voorzichtig te zijn bij het kopen van elektrische apparaten. Ook de netbeheerders wereldwijd zijn verdeeld. Er zijn netwerken, zoals die in de Verenigde Staten, Canada en een groot deel van Latijns Amerika, die een spanning hebben van maar 110 volt. De belangrijkste overweging bij die keuze is meestal de veiligheid.